Inhoud
- stadia
- Deel 1 Sla een gebroken service
- Deel 2 Een lepelservice doen
- Deel 3 Steek de ballon in de kop
- Deel 4 Maak een basispas
- Deel 5 De bal kapot slaan
Volleybal is een uitstekend spel voor het strand of de sportschool. Er zijn veel manieren om de bal te slaan en over het net te sturen. Service, terugkeer van service en volleying omvatten specifieke gebaren. Of het nu de eerste, tweede of derde aanraking is voordat je het over het net verzendt, een goede techniek zorgt voor overwinning voor je team.
stadia
Deel 1 Sla een gebroken service
-
Zet jezelf in de juiste positie. Om een verpletterde dienst te doen, moet je je voeten een beetje spreiden met de tegenovergestelde voet naar de hand die een beetje naar voren zal slaan. Je heupen moeten parallel zijn aan het net.- Verplaats het grootste deel van uw gewicht op de voet naar achteren.
-
Gooi de bal voor de opvallende hand. Een gebroken service vraagt je om de bal te gooien met je niet-dominante hand, zodat je hem kunt raken met je dominante hand. Deze stap vereist veel oefening om het in de best mogelijke positie te brengen voor de smash. Gooi het voor de hand die zal slaan, tussen 60 en 120 cm boven je hoofd.- Je moet regelmatig gooien om je een goede server te maken, je moet er regelmatig trainen.
-
Raak de bal met de bovenkant van de palm. Spreid je vingers wijd en raak de bal aan met de palm van je hand. Raak hem in het midden en probeer in te trappen wanneer hij hoog genoeg is om over het net te gaan.- Bij een geslagen service moet het traject van de bal recht zijn.
- Zorg ervoor dat u de beweging volgt zodat uw arm naar het net wordt gestrekt.
Deel 2 Een lepelservice doen
-
Veranker je voeten aan de grond. Het is belangrijk om een goede houding te hebben voor dit gebaar. Bij het dienen als een lepel, moeten uw voeten worden verankerd in de grond met de tegenovergestelde voet naar de arm die de bal naar voren slaat. Dit geeft u een sterkere basis voor de service.- Het grootste deel van uw lichaamsgewicht moet op de achterste voet liggen.
- Je heupen moeten parallel zijn aan het net.
-
Plaats de bal voor de serveerarm. De arm die zal slaan is degene die de bal dwingt over het net te gaan, het is meestal je dominante arm. Gebruik de andere arm om de bal voor je te houden aan de kant tegenover de arm die je gaat gebruiken om hem te raken. -
Raak de ballon aan. Om het te raken, kun je je vuist sluiten en proberen het te raken met het platte deel van de vuist waar de duim en lindex samenkomen. Zwaai met je arm als een slinger terwijl je hem naar achteren draagt voordat je hem naar voren stuurt om de bal te raken. Je moet er net onder het midden op tikken om de bal omhoog te laten gaan en het net over te steken.- Kijk er niet van weg voordat u het hebt getypt.
- Breng uw gewicht over van de achterste voet naar de voorste voet door de bal te raken.
- Probeer de hand uit de hand te trekken net voordat je hem raakt.
- Laat de hand na het raken het pad van de bal volgen om er zeker van te zijn dat deze recht gaat.
- Je kunt ook typen met behulp van de onderkant van de palm van je hand.
Deel 3 Steek de ballon in de kop
-
Plaats uw lichaam om een pass te maken. Sluit de vuist van je niet-dominante hand en wikkel je dominante hand eroverheen. Je moet eindigen met twee centimeter naast elkaar aan elke kant. Strek je armen weg van je lichaam om een soort platform te creëren met je onderarmen. Je moet met je benen iets uit elkaar staan en je knieën gebogen. -
Raak de ballon. De manchetpas is meestal het eerste type contact met de bal nadat deze over het net is gepasseerd. Om dit te doen, moet je het op je onderarmen en je handen laten vallen in plaats van ze omhoog te krijgen om de bal terug te brengen. Deze techniek geeft je betere controle wanneer je op de bal tikt.- Als het tot je middel valt, kun je het doorgeven aan een van je teamgenoten met onderarmen en vuisten.
- Als het onder je middel valt, moet je voorover buigen. Het enige wat u hoeft te doen is uw benen en soms zelfs uw taille te buigen om de bal te schoppen en te voorkomen dat deze de grond raakt.
-
Volg de beweging met je arm. Volg de beweging met uw armen naar de persoon die u passeert na contact met de bal. Dit zorgt ervoor dat u het op het juiste spoor houdt.
Deel 4 Maak een basispas
-
Ga voor de bal staan. Houd uw handen iets boven het hoofd terwijl u ligt. Deze pass is meestal de tweede balaanslag nadat hij het net is overgestoken. Dit soort contact maakt het mogelijk om de bal te positioneren voor een klap aan de andere kant.- Je vingers moeten uit elkaar liggen en een driehoek vormen met de indexen en duimen heel dicht bij elkaar, maar zonder elkaar aan te raken.
-
Raak de ballon aan. Als het op u aankomt, plaatst u uw handen op uw hoofd en draait u uw polsen zodat de handpalmen naar het plafond wijzen.- Houd je vingers uit elkaar en in de vorm van een driehoek, maar scheid ze iets meer als de bal naar je toe komt.
-
Geef het door aan een teamgenoot. Zodra de bal je handen heeft aangeraakt, strek je je armen uit en gebruik je polsen om de bal omhoog te duwen in de richting die je hebt gekozen.- Strek uw armen volledig uit wanneer u de ballon loslaat om zijn beweging te volgen.
Deel 5 De bal kapot slaan
-
Bereid je voor op de smash. Deze actie maakt het mogelijk om de bal heel hard te schoppen en over het net naar de andere kant te sturen. Je moet je lichaam voorbereiden op de juiste positie en de energie ontwikkelen die nodig is om correct te breken. Je kunt drie of vier stappen nemen voor de slag, maar in het algemeen nemen we vier.- Neem een kleine stap met je rechtervoet.
- Neem een grotere en snellere stap met je linkervoet naar waar je denkt dat de bal zal worden geserveerd.
- Neem nog een lange pas met je rechtervoet om deze in de best mogelijke positie voor de sprong te zetten.
- Neem een kleine stap met je linkervoet om het momentum over te dragen dat je tijdens de sprong hebt genomen.
-
Spring in de lucht. Het moment dat je springt is belangrijk om ervoor te zorgen dat je de bal hoog genoeg en voor je lichaam kunt raken. Je moet verticaal springen en de bal kunnen raken wanneer je op het hoogtepunt van je sprong bent. -
Sla de bal over het net. Zwaai je armen naar achteren terwijl je de bal nadert om hem aan de bovenkant van de sprong aan te raken door je armen uit te strekken. Zwaai je armen naar achteren terwijl je een grote stap naar voren doet met je rechtervoet en strek ze wanneer je springt.- Zodra ze beide gespannen zijn, breng je je hand terug en buig je de arm naar de elleboog. Je hand moet open en ontspannen zijn. Dit moet je armen een gebogen vorm geven.
- De slagarm passeert de bal en raakt deze aan de bovenkant.
- Wanneer je het aanraakt, draai je pols helemaal naar beneden zodat de bal over het net naar de grond gaat.